Waterkwaliteit staat onder druk
Verslechtering van de waterkwaliteit is één van de grootste bedreigingen voor mens en natuur. Vervuiling met meststoffen, chemicaliën en ziektekiemen maakt dat veel oppervlaktewater ongeschikt is voor consumptie en als proceswater. Watervervuiling maakt jaarlijks zelfs meer slachtoffers dan alle vormen van geweld bij elkaar.
Bij vervuiling denken we vooral aan gifstoffen, zoals bestrijdingsmiddelen, afval uit de industrie, medicijnresten en plastic, maar van alle vervuiling is die met meststoffen (eutrofiëring) het meest omvangrijk. De belangrijkste meststoffen zijn stikstof (N) en fosfor (P), ook wel nutriënten genoemd. Verhoogde concentraties N en P kunnen resulteren in troebel en stinkend water met mogelijk giftige algenbloei. Ook het verdwijnen van ondergedoken waterplanten, bedekking met een aaneengesloten pakket van drijvend kroos in sloten en vijvers, een veranderd ecosysteem, andere vissamenstelling, verlies aan biodiversiteit, zuurstofloosheid en vissterfte zijn symptomen van eutrofiëring. Afspoeling vanuit de landbouw, huishoudelijk afvalwater, industrieel afvalwater en atmosferische depositie zijn belangrijke bronnen van P en/of N.
In Nederland zijn de landbouw en de rioolwaterzuiveringen voor het merendeel verantwoordelijk voor de belasting van het oppervlaktewater met nutriënten. In derde wereldlanden en landen in transitie speelt ongezuiverd afvalwater vanuit huishoudens en industrie ook een zeer grote rol.